Zwitserse rösti maken voor 4 personen is helemaal niet moeilijk en ontzettend leuk om te doen, zeker als je van simpel, huiselijk koken houdt. Rösti is zo’n klassieker uit de Zwitserse keuken die eigenlijk iedereen wel eens gegeten heeft, al is het maar tijdens een skivakantie of een stevige winterwandeling. Het mooie aan rösti is dat het maar uit een paar ingrediënten bestaat, maar dat het, als je het goed maakt, toch echt iets bijzonders is. Zo’n krokant gebakken aardappelkoekje dat zacht van binnen is en een lekker knapperig korstje heeft.
Voor dit recept maken we de traditionele Zwitserse rösti zoals ze die in de bergen serveren. Geen poespas, gewoon pure aardappel met wat boter en zout, maar natuurlijk kun je het recept helemaal naar jouw smaak aanpassen. Rösti kun je prima als hoofdgerecht eten met wat spek, kaas of een spiegelei, maar je kunt het ook als bijgerecht serveren bij bijvoorbeeld vlees of een stoofpotje. In dit recept leg ik je stap voor stap uit hoe je zelf echte Zwitserse rösti maakt, met aandacht voor elk detail.
Hou er rekening mee dat het bakken wat tijd kost, omdat de rösti rustig moet garen en mooi goudbruin moet worden. Haastwerk geeft vaak een bleke en slappe rösti, en dat wil je natuurlijk niet. Neem dus lekker de tijd, zet een kop koffie of schenk een glaasje wijn in, en ga op je gemak aan de slag.

Hoe Zwitserse rösti maken?
Benodigdheden
- Kookpan
- Grote rasp
- Koekenpan van ongeveer 24 tot 28 centimeter doorsnee
- Spatel
- Eventueel een bord om de rösti om te draaien
Ingrediënten
- 1 kilogram vastkokende aardappelen
- 50 gram ongezouten roomboter
- 1 eetlepel zonnebloemolie optioneel
- 1 theelepel zout
- Eventueel wat versgemalen zwarte peper
Stapsgewijze handleiding
1. Aardappelen koken en raspen
- Begin met het koken van de aardappelen. Was ze goed, maar schil ze nog niet. Zet ze in een pan met ruim water en een snuf zout en kook ze in de schil gaar, maar niet té gaar. Ongeveer 20 minuten is meestal genoeg, afhankelijk van de grootte. Prik met een vork: ze moeten net gaar zijn, maar nog stevig aanvoelen.
- Laat de aardappelen goed afkoelen, het liefst een nachtje in de koelkast. Dit zorgt ervoor dat ze later beter raspen en mooi krokant bakken.
- Schil de afgekoelde aardappelen en rasp ze grof. Doe dit met een grove rasp zodat je mooie slierten krijgt. Meng de geraspte aardappel voorzichtig met het zout. Wil je wat extra smaak? Dan kun je nu ook wat versgemalen peper toevoegen.

2. Rösti bereiden
- Verhit de boter (en eventueel de olie) in de koekenpan op matig vuur. Zorg dat de boter goed gesmolten is en de pan overal ingevet.
- Doe de geraspte aardappelen in de pan en druk ze met een spatel voorzichtig aan tot een platte koek. Niet te hard drukken, anders wordt het een compacte plak.
- Bak de rösti op laag tot middelhoog vuur rustig goudbruin. Dit duurt ongeveer 15 tot 20 minuten. Beweeg de pan af en toe een beetje zodat je merkt of de rösti niet vastplakt.
- Nu komt het spannendste: de rösti keren. Leg een bord op de pan en draai de pan om, zodat de rösti op het bord ligt. Laat hem vervolgens weer voorzichtig in de pan glijden met de ongebakken kant naar beneden.
- Bak nog eens 10 tot 15 minuten totdat ook deze kant goudbruin en krokant is. De rösti moet van buiten knapperig en van binnen zacht en smeuïg zijn.
- Serveer de rösti direct, eventueel met spek, kaas, gebakken uien of een spiegelei. Maar puur met alleen wat zout en boter is het ook al een traktatie.

Vijf variaties
Voeg blokjes uitgebakken spek en fijngesnipperde ui toe aan de aardappelrasp voor een stevige, hartige variant. Ideaal bij een gebakken ei of stuk gebraden vlees.
Meng 100 gram geraspte bergkaas door de aardappel voor een romige, volle smaak. Laat de rösti dan iets langer bakken zodat de kaas mooi smelt.
Werk met verse kruiden zoals bieslook, tijm of peterselie. Strooi ze vlak voor het omdraaien over de rösti, zodat ze niet verbranden.
Meng geraspte wortel, courgette of knolselderij door het aardappelmengsel voor extra kleur en voedingswaarde. Laat de groenten wel goed uitlekken.
Serveer de rösti als volwaardig hoofdgerecht met een gebakken ei, gerookte zalm of een frisse salade met yoghurt-dressing. Een goed glas witte wijn maakt het compleet.
Alternatieve ingrediënten
Als je geen vastkokende aardappelen in huis hebt, kun je ook kiezen voor kruimige aardappelen, maar let er dan op dat je ze iets korter kookt en goed laat uitlekken. Ze bevatten meer vocht, wat de rösti snel te zacht maakt. Een slimme truc van veel koks is om een eetlepel bloem of maïzena door de aardappelrasp te mengen om de binding iets te versterken.
In plaats van boter kun je ook reuzel of ganzenvet gebruiken. Dat geeft een rijkere, diepere smaak en maakt de rösti extra krokant. In Zwitserland zweren sommige koks zelfs bij een scheutje zonnebloemolie gemengd met boter voor het bakken, omdat dat de boter minder snel laat verbranden.
Wil je een variant met extra smaak, rasp dan wat ui of prei door de aardappelen. Dat geeft een hartige, licht zoete toon die mooi combineert met een gebakken ei of spek. Ook geraspte bergkaas of Emmentaler door de aardappelrasp is een geliefde toevoeging, vooral in de kantons waar men graag een stevig ontbijt eet.
Voor een lichtere versie kun je een deel van de aardappelen vervangen door geraspte courgette of pastinaak. Laat deze dan wel goed uitlekken, anders wordt de rösti te nat. Een vleugje nootmuskaat of een beetje verse tijm kan de smaak nog wat ronder maken.
En voor wie graag experimenteert: probeer eens een rösti van zoete aardappel of knolselderij. De zoetere tonen van die groenten combineren uitstekend met een snuf zout en een beetje boter. De structuur is iets zachter, maar het resultaat is verrassend goed.
Hoelang houdbaar?
In de koelkast
Laat de rösti volledig afkoelen en bewaar hem goed afgedekt (bijvoorbeeld in een vershoudbakje of aluminiumfolie) in de koelkast. Zo blijft hij ongeveer 2 tot 3 dagen goed. Opwarmen kan in de koekenpan of in de oven, zodat hij weer een beetje krokant wordt.
In de vriezer
Rösti kun je ook invriezen, al is de structuur na het ontdooien soms iets minder krokant. Laat de rösti helemaal afkoelen, verpak hem luchtdicht (bijvoorbeeld in een diepvrieszak of vacuüm) en bewaar tot 2 maanden in de vriezer. Ontdooien doe je langzaam in de koelkast, en daarna bak je hem opnieuw op om hem weer wat krokant te krijgen.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel, een culinaire expert met meer dan 15 jaar ervaring, weet als geen ander hoe belangrijk het is om voedingsmiddelen op de juiste manier te bewaren. Hij kent ook de noodzaak van de juiste technieken in en rond de keuken. Zijn kennis strekt zich uit van groenten en fruit tot vlees, vis en complete gerechten. Als voormalig groenteboer heeft hij een scherp oog ontwikkeld voor kwaliteit en duurzaamheid, wat hij combineert met zijn passie voor koken en eenvoudige, toegankelijke recepten.
Oorspronkelijk een Rotterdammer, is Wilhelmus inmiddels een echte wereldburger met Tirol als thuisbasis. Hij deelt zijn expertise over kooktechnieken, snijtechnieken, simpele schoonmaaktips, bewaren en invriezen op zowel Nederlandstalige als Duitstalige platforms, en belicht daarbij hoe kleine verschillen in technieken wereldwijd grote impact kunnen hebben.




Vijf variaties
Alternatieve ingrediënten
Hoelang houdbaar?