Kaiserschmarrn maken is iets wat eigenlijk altijd lukt, zolang je het met aandacht en een beetje gevoel voor beslag doet. Het is een gerecht waar veel mensen warme herinneringen aan hebben. In Oostenrijk staat het op bijna elke berghut op de kaart, vaak geserveerd met poedersuiker en appelmoes of een compote van pruimen. Het is luchtig, licht krokant aan de randjes en zacht vanbinnen. Kaiserschmarrn is eigenlijk een soort dikke pannenkoek die uit elkaar wordt gescheurd in grove stukken, maar het smaakt totaal anders dan een gewone pannenkoek.

Voor vier personen is dit een ideale lekkernij voor als je iets zoets als lunch of nagerecht wilt serveren. Je hebt geen ingewikkelde ingrediënten nodig. Het gaat vooral om het luchtige beslag, het rustig bakken en het op het juiste moment scheuren. Serveer het warm, met een beetje poedersuiker erover en iets erbij wat fris en fruitig is.

Of je het nu maakt na een wandeling, op een regenachtige zondagmiddag of als afsluiter van een gezellig etentje, Kaiserschmarrn is het soort gerecht dat je met een glimlach opdient. Het vraagt niet veel tijd, maar wel een beetje liefde voor koken. En eerlijk is eerlijk: wie het eenmaal zelf heeft gemaakt, begrijpt meteen waarom dit gerecht zo geliefd is.

Hoe Kaiserschmarrn maken?

Voor Kaiserscharrn maken begin je met het scheiden van de eieren. Dat is een belangrijke stap, want het opgeklopte eiwit maakt het beslag luchtig. Klop de dooiers met suiker, vanillesuiker en melk tot een glad mengsel. Daarna roer je de bloem er rustig door. Ondertussen kun je de eiwitten stijf kloppen met een snufje zout en dat luchtige schuim vouw je dan voorzichtig door het beslag.In een grote pan laat je wat boter smelten op middelhoog vuur. Giet het beslag erin en laat het zonder roeren een paar minuten bakken, tot de onderkant goudbruin is. Strooi dan de rozijnen (eventueel geweld in rum of water) erover. Draai het geheel om, dat lukt het beste in delen, en laat ook de andere kant even bakken. Dan komt het leuke deel: gebruik twee vorken of een houten spatel om de pannenkoek grof in stukken te scheuren. Laat deze stukjes nog even kort bakken tot ze een beetje krokant zijn aan de buitenkant.Bestrooi met poedersuiker en serveer direct, liefst met appelmoes, pruimencompote of vers fruit.

Recept afdrukken Pin recept

Voorbereiding 25

Bereiding 8

Totale tijd 33

Gang Brunch, Nagerecht

Keuken Oostenrijk

Porties 4 Personen

calorieën 210.2 kcal

Benodigdheden

Twee mengkommen
Garde of handmixer
Houten lepel of spatel
Grote koekenpan met dikke bodem
Keukenweegschaal
Zeef (optioneel voor de bloem)
Twee vorken om te scheuren
Zeefje voor de poedersuiker

Ingrediënten

4 eieren
250 milliliter melk
150 gram bloem type 405 of gewone tarwebloem
2 eetlepels kristalsuiker
1 zakje vanillesuiker
1 snufje zout
40 gram rozijnen optioneel geweld in een beetje rum of warm water
30 gram boter om in te bakken
Poedersuiker om te bestrooien

Stapsgewijze handleiding

1. Beslag maken

Breek de eieren en scheid het eiwit van de dooiers. Doe de dooiers in een grote kom en klop deze los met de suiker en vanillesuiker. Voeg langzaam de melk toe en meng tot alles glad is. Zeef de bloem erover en roer tot je een dik maar glad beslag hebt.
Doe de eiwitten in een aparte kom, voeg een snufje zout toe en klop ze stijf met een mixer of garde. Het moet zo stijf zijn dat je de kom op z’n kop kunt houden zonder dat het eruit valt.
Spatel het eiwitschuim voorzichtig door het beslag. Neem de tijd en gebruik een op- en neergaande beweging, zodat je het luchtige niet kapot roert.

2. Bakken en scheuren

Verhit de boter in een grote koekenpan. Giet het beslag in de pan en bak het op middelhoog vuur. Strooi de rozijnen erover zodra de onderkant begint te kleuren. Laat het geheel 3 tot 4 minuten bakken tot de onderkant goudbruin is.
Draai het geheel om met behulp van een spatel of snij het doormidden om het per helft om te draaien. Laat ook de andere kant een paar minuten bakken. Scheur vervolgens de hele pannenkoek met twee vorken of spatels in grove stukken en laat deze nog even rondom bruinen.
Schep de Kaiserschmarrn op borden, bestrooi met poedersuiker en serveer direct, eventueel met appelmoes of fruitcompote naar keuze.

Trefwoord Kaiserscharrn maken

Vijf variaties

Voeg gehakte walnoten of amandelen toe aan het beslag voor extra textuur en een nootachtige smaak.
Snij kleine stukjes appel en meng ze door het beslag. Dit geeft een frisse, sappige twist.
Als je geen fan bent van rozijnen, kun je ze vervangen door stukjes gedroogde abrikoos of cranberry’s.
Laat de rozijnen een half uur weken in een scheutje rum en gebruik ze daarna in het beslag. Het geeft de Schmarrn een warme, volle smaak.
Voor een verrassende twist kun je de suiker weglaten en in plaats daarvan spekjes en bieslook toevoegen. Heerlijk met een frisse salade erbij.

Alternatieve ingrediënten

Soms heb je niet alles in huis, of wil je een andere draai geven aan het recept. Gelukkig is Kaiserschmarrn veelzijdig en makkelijk aan te passen.

Als je geen rozijnen hebt, kun je gedroogde cranberry’s, stukjes abrikoos of zelfs gehakte dadels gebruiken. Deze geven net dat beetje extra bite en een andere zoetheid. Heb je geen vanillesuiker, gebruik dan een beetje geraspte citroenschil of een druppeltje vanille-extract. Dat geeft het beslag een fris accent.

Wie geen koemelk wil gebruiken, kan het prima vervangen door amandelmelk of havermelk. Let dan wel op de consistentie; sommige plantaardige melksoorten zijn dunner, dus voeg eventueel iets meer bloem toe om het beslag luchtig maar stevig te houden.

Ook de boter kun je vervangen door margarine of kokosolie, maar voor die typische Oostenrijkse smaak is echte boter toch onmisbaar. In de professionele keuken zegt men niet voor niets dat boter “de ziel van het gerecht” is.

En als je geen gietijzeren pan hebt, gebruik dan een pan met antiaanbaklaag, maar let goed op de temperatuur. De Schmarrn moet rustig garen en niet te donker kleuren. Een gelijkmatige hitteverdeling is hier het geheim.

Hoelang houdbaar?

In de koelkast

Kaiserschmarrn blijft in de koelkast nog één dag goed, mits je het luchtdicht verpakt. Je kunt het later opwarmen in een koekenpan of in de oven. Voeg eventueel een klein beetje boter toe bij het opwarmen, zodat het niet uitdroogt.

In de vriezer

Je kunt Kaiserschmarrn ook invriezen, al is het vers toch het lekkerst. In een goed afgesloten diepvriesdoos of vacuümverpakt blijft het tot drie maanden houdbaar. Ontdooien doe je het beste een nachtje in de koelkast, daarna opwarmen in de oven op 160 graden Celsius of in de pan met een klein klontje boter.

Wilhelmus Hengstmengel

Auteur en kok

Wilhelmus Hengstmengel, een culinaire expert met meer dan 15 jaar ervaring, weet als geen ander hoe belangrijk het is om voedingsmiddelen op de juiste manier te bewaren. Hij kent ook de noodzaak van de juiste technieken in en rond de keuken. Zijn kennis strekt zich uit van groenten en fruit tot vlees, vis en complete gerechten. Als voormalig groenteboer heeft hij een scherp oog ontwikkeld voor kwaliteit en duurzaamheid, wat hij combineert met zijn passie voor koken en eenvoudige, toegankelijke recepten.

Oorspronkelijk een Rotterdammer, is Wilhelmus inmiddels een echte wereldburger met Tirol als thuisbasis. Hij deelt zijn expertise over kooktechnieken, snijtechnieken, simpele schoonmaaktips, bewaren en invriezen op zowel Nederlandstalige als Duitstalige platforms, en belicht daarbij hoe kleine verschillen in technieken wereldwijd grote impact kunnen hebben.

https://www.wilhelmushengstmengel.nl/