Krabbenpoten koken is eenvoudiger dan veel mensen denken, en de smaak is onweerstaanbaar. Of je nu verse of diepgevroren krabbenpoten hebt, met wat aandacht en een goed gekruide pan zet je zo iets bijzonders op tafel. Voor vier personen heb je niet veel nodig, behalve goede kwaliteit krabbenpoten, een ruime pan, wat smaakmakers en een klein beetje geduld. Het resultaat? Sappige, geurige krab met een ziltige, lichtzoete smaak die helemaal tot zijn recht komt als je hem op de juiste manier gaart.

Het koken zelf duurt maar kort, maar voorbereiding is alles. Je moet even weten hoe lang, hoe heet en wat je erbij doet om de smaak optimaal naar voren te brengen. Vooral als je werkt met voorgekookte krabbenpoten, die je vaak in de winkel vindt, is het belangrijk om ze alleen goed door te warmen, niet opnieuw te garen. Te lang koken maakt ze taai en dat wil je echt voorkomen. In dit recept laat ik je stap voor stap zien hoe je krabbenpoten kookt in een pan voor vier personen, én geef ik tips voor andere bereidingen en het bewaren ervan.

Hoelang krabbenpoten koken?

Krabbenpoten koken gaat niet altijd hetzelfde. Bij krabbenpoten die al voorgekookt zijn, wat meestal het geval is bij diepvriesproducten, hoeft het maar vijf tot zeven minuten te koken in zacht kokend water. Als je verse, rauwe krabbenpoten hebt, dan kook je ze liever iets langer: acht tot tien minuten. Let erop dat het water niet te hard borrelt. Zachtjes koken zorgt ervoor dat het vlees sappig blijft en niet uitdroogt of taai wordt. Zodra ze op temperatuur zijn, kun je ze direct serveren of nog kort napellen voor extra gemak aan tafel.

Recept afdrukken Pin recept

Voorbereiding 20

Bereiding 7

Totale tijd 27

Gang Vis

Keuken Internationaal

Porties 4 Personen

calorieën 85 kcal

Benodigdheden

Grote kookpan met deksel
Tang of schuimspaan
Zeef of vergiet
Snijplank en mes
Eventueel: krabbenkraker of schaar
Serveerbord of schaal

Ingrediënten

Ongeveer 1.200 gram krabbenpoten vers of voorgekookt
2 liter water
2 eetlepels grof zeezout
1 citroen in schijfjes
2 laurierblaadjes
4 peperkorrels
1 teentje knoflook geplet

Stapsgewijze handleiding

1. Voorbereiding

Gebruik je bevroren poten? Laat ze dan eerst langzaam ontdooien in de koelkast, het liefst een nacht van tevoren. Heb je minder tijd, dan kun je ze ook onder koud stromend water ontdooien. Niet in warm water of magnetron: dan gaat de structuur achteruit.

2. Koken

Gebruik genoeg water zodat alle poten onder staan. Voeg een eetlepel zeezout toe per liter water. Je kunt hier ook wat smaakmakers aan toevoegen zoals een laurierblad, een halve citroen in schijfjes, een paar peperkorrels of een geplet teentje knoflook. Dit trekt subtiel in het vlees.
Zodra het water kookt, doe je de krabbenpoten voorzichtig in de pan. Draai het vuur iets lager zodat het water net onder het kookpunt blijft. Voorgekookte poten warm je in ongeveer vijf tot zeven minuten op. Rauw? Geef ze dan acht tot tien minuten.
Haal de poten eruit met een tang of schuimspaan. Laat ze even uitlekken op een schaal of bord. Eventueel kun je ze kort afdekken met aluminiumfolie zodat ze warm blijven.
Je kunt de poten direct serveren, met wat gesmolten boter, een partje citroen, of een lichte knoflooksaus. Zet ook een tang of krabbenkraker op tafel, en vergeet een kommetje voor de schalen niet.

Trefwoord Krabbenpoten koken

Anders bereiden

Grill
Leg de voorgekookte krabbenpoten op een hete grill of barbecue en rooster ze 3 tot 5 minuten per kant. Bestrijk ze eventueel met knoflookboter of olijfolie voor extra smaak.
Barbecue
Gebruik bij voorkeur voorgekookte poten en laat ze eerst op kamertemperatuur komen. Smeer ze licht in met olijfolie of gesmolten boter, eventueel gemengd met knoflook, citroensap of verse kruiden. Leg de poten op een goed voorverwarmd grillrooster en rooster ze 3 tot 5 minuten per kant op middelhoog vuur. Sluit tijdens het grillen het deksel van de barbecue om de warmte goed vast te houden. Draai ze voorzichtig om met een tang en let erop dat ze niet aanbranden – de schaal beschermt het vlees, maar kan snel zwart worden. Serveer direct van de grill, met een partje citroen ernaast.
Airfryer
Verwarm de airfryer voor op 180 graden Celsius. Leg de poten in het mandje en bak ze 5 tot 7 minuten. Dek ze licht af met aluminiumfolie als ze te droog worden.
Magnetron
Leg de poten in een magnetronbestendige schaal, dek af met een vochtige doek of magnetronfolie. Verwarm ze op vol vermogen in stappen van 1 minuut, tot ze door en door warm zijn (meestal 2 tot 4 minuten).
Frituurpan
Niet traditioneel, maar het kan. Dompel de krabbenpoten (liefst gepeld) 1 tot 2 minuten onder in olie van 180 graden Celsius. Ideaal voor tempurastijl of krokant gefrituurde krab.

Vijf variaties

Witte wijn en venkel in het kookwater. Geeft een zachtere, kruidige toets.
Verse kruiden toevoegen zoals dille of peterselie. Vooral lekker bij een citrussaus.
Een flinke klont boter door het kookwater smelten. Voor een volle smaak.
Pittig maken met chilivlokken of een stukje gember. Heerlijk bij Aziatische sauzen.
Na het koken kort onder de grill met wat citroenrasp. Voor een krokant laagje aan de buitenkant.

Gebruiken in…

Gekookte krabbenpoten kun je o.a. gebruiken in een breed scala aan gerechten die profiteren van hun zachte structuur en uitgesproken zeesmaak. Denk aan warme en koude bereidingen, want goed gekookte krab behoudt zijn subtiele zoetheid en sappigheid, zelfs wanneer je hem mengt met krachtige smaken. Een klassiek gerecht waar chefs graag mee werken is krabbenrisotto. Hier wordt de krab voorzichtig door de romige risotto geroerd, vlak voor het serveren, zodat de delicate vezels niet breken en de smaak zich goed mengt met de boter en een vleugje citroenrasp. Een klein scheutje kreeftenfond versterkt de zeetonen en tilt het gerecht naar restaurantniveau.

Ook in een krabsalade komt de textuur van de poten tot hun recht. Meng het krabvlees met een dressing van citroensap, olijfolie, wat fijngesneden dille en een snufje zeezout. Voeg voor extra frisheid wat blokjes komkommer of bleekselderij toe. Serveer het geheel op een bedje van sla of als vulling voor een briochebroodje. Veel chefs voegen een klein beetje mayonaise toe om de binding te verbeteren, maar overdrijf dit niet, anders verdwijnt de pure krabsmaak.

Een ander mooi idee is krabpasta met knoflook en chili. Fruit een fijngehakte teen knoflook en wat rode peper in olijfolie, voeg vervolgens het krabvlees toe en schep dit door verse linguine. Werk af met citroenrasp en wat verse peterselie. Dit gerecht heeft weinig ingrediënten nodig, maar vraagt om precisie in timing, de krab mag niet te lang in de pan blijven, anders wordt hij vezelig en droog.

In de koude keuken kun je gekookte krabbenpoten gebruiken voor een ceviche van krab, waarbij de krab kort gemarineerd wordt in limoensap met rode ui, koriander en een vleugje chili. Dit gerecht is populair bij chefs omdat het licht, verfijnd en uitgesproken fris is. De zuurtegraad van het sap haalt de natuurlijke zoetheid van de krab naar voren en zorgt voor een perfecte balans.

Tot slot is krabsoep of bisque een klassieke toepassing. Trek een krachtige bouillon van de pantsers en voeg er wat room aan toe voor een volle, zijdezachte textuur. Voeg het gekookte krabvlees pas op het einde toe zodat de structuur behouden blijft. Een scheutje cognac of een paar druppels tabasco geven die extra diepte waar professionele koks dol op zijn. Serveer met een stukje geroosterd stokbrood om de soep te begeleiden.

Tip: gebruik bij elk van deze gerechten alleen het vlees van de poten dat nog veerkrachtig aanvoelt en niet uitdroogt. Krab laat zich goed combineren met citrus, venkel, saffraan en lichte wijnen. Vermijd zware sauzen die de fijne smaak verdringen; eenvoud laat de kwaliteit spreken.

Alternatief

Wanneer krabbenpoten moeilijk verkrijgbaar zijn, bestaan er verschillende alternatieven die qua smaak en textuur verrassend dicht in de buurt komen. Kreeft is de eerste keuze voor veel chefs. Het vlees is iets steviger maar heeft dezelfde zoetige, maritieme tonen. In gerechten als risotto of pasta kun je kreeft één op één vervangen, al heeft hij een iets hogere vetstructuur, waardoor sauzen voller worden.

Een tweede optie is langoustine, ook wel Noorse kreeft genoemd. Deze schaaldierensoort heeft een zachtere structuur en een subtiel aroma dat goed past in lichte gerechten zoals salades of vissoepen. In tegenstelling tot krab hoef je de langoustine minder lang te garen, een korte hittebehandeling is voldoende om het vlees glazig en sappig te houden.

Ook garnalen kunnen een uitstekend alternatief vormen. Vooral grote tijgergarnalen of Argentijnse roodgarnalen lenen zich goed voor warme bereidingen. Ze hebben een iets steviger bite, maar wanneer je ze kort pocheert of bakt in boter met knoflook, komt een vergelijkbare zoetige zeegeur vrij. Voor koude gerechten kun je de garnalen in stukjes snijden en mengen met dezelfde dressing die je voor krabsalade zou gebruiken.

Voor een meer toegankelijke optie kiezen veel thuiskoks imitatiekrab, gemaakt van surimisticks. Hoewel het geen echte krab is, kan het, mits goed gecombineerd – een redelijke vervanger zijn in salades, sushi of koude pasta’s. Voeg wat extra citroen en peper toe om de smaak meer karakter te geven.

Tenslotte gebruiken sommige chefs witvis zoals kabeljauw of schelvis als alternatief, vooral in warme gerechten. De textuur is fijner en iets droger, maar door de vis licht te stomen en daarna te mengen met boter of een scheutje room, ontstaat een vergelijkbare mondbeleving. De sleutel ligt in de bereiding: hou het kort, hou het eenvoudig, en laat de natuurlijke smaak spreken.

Tip: bij het vervangen van krab draait het niet alleen om de smaak, maar ook om balans. Combineer alternatieven altijd met lichte zuren of aromatische kruiden zoals dragon, dille of citroenmelisse. Zo blijft het gerecht elegant en fris, precies zoals de zee bedoeld is.

Hoelang houdbaar?

Gekookte krabbenpoten kun je in de koelkast maximaal 2 dagen bewaren, goed afgedekt. Zorg ervoor dat ze snel worden afgekoeld na het koken. Invriezen kan ook: doe ze in een luchtdichte diepvrieszak of vacumeer ze. In de diepvries blijven ze tot 3 maanden goed. Na het ontdooien niet opnieuw invriezen.

Wilhelmus Hengstmengel

Auteur en kok

Wilhelmus Hengstmengel, een culinaire expert met meer dan 15 jaar ervaring, weet als geen ander hoe belangrijk het is om voedingsmiddelen op de juiste manier te bewaren. Hij kent ook de noodzaak van de juiste technieken in en rond de keuken. Zijn kennis strekt zich uit van groenten en fruit tot vlees, vis en complete gerechten. Als voormalig groenteboer heeft hij een scherp oog ontwikkeld voor kwaliteit en duurzaamheid, wat hij combineert met zijn passie voor koken en eenvoudige, toegankelijke recepten.

Oorspronkelijk een Rotterdammer, is Wilhelmus inmiddels een echte wereldburger met Tirol als thuisbasis. Hij deelt zijn expertise over kooktechnieken, snijtechnieken, simpele schoonmaaktips, bewaren en invriezen op zowel Nederlandstalige als Duitstalige platforms, en belicht daarbij hoe kleine verschillen in technieken wereldwijd grote impact kunnen hebben.

https://www.wilhelmushengstmengel.nl/