Appelcompote maken is niet moeilijk. Je begint met het schillen en snijden van de appels. Daarna gaan ze met een beetje water en suiker in een pan, waar je ze rustig laat koken tot ze uit elkaar vallen. Af en toe roeren en proeven, en na een kwartiertje heb je een heerlijke, warme compote die je meteen kunt eten of bewaren voor later.
1kilogramstevige appels zoals ElstarGoudreinet of Jonagold
100milliliterwater
2eetlepelskristalsuikermeer of minder naar smaak
1theelepelkaneeloptioneel
Sap van een halve citroen
Stapsgewijze handleiding
1. Voorbereiding
Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in kleine stukjes. Hoe kleiner je ze snijdt, hoe sneller ze gaar zijn. Doe de appelstukjes in een pan en voeg het water toe, samen met het citroensap. Dat voorkomt dat de appels bruin worden en zorgt voor een frisse smaak.
2. Maken
Voeg de suiker en eventueel de kaneel toe. Zet het vuur laag en laat de appels met de deksel op de pan zachtjes koken. Laat een klein kiertje open zodat er wat stoom kan ontsnappen. Roer regelmatig, zodat er niets aanbrandt.
Na vijftien tot twintig minuten zijn de appels zacht en vallen ze makkelijk uit elkaar. Wil je een gladde appelmoes, gebruik dan een stamper of roer krachtig door. Laat je liever wat stukjes heel, dan ben je eigenlijk al klaar. Proef even of je nog iets wilt aanpassen aan de smaak.
Laat de compote iets afkoelen en schep het over in een schone pot of bewaarbakje. Serveer het warm, lauwwarm of koud, wat jij lekker vindt.