Aardappelpannenkoeken maken doe je door rauwe aardappelen te raspen en die te mengen met een paar basisingrediënten zoals ei, bloem, ui en een beetje zout. Vervolgens bak je ze in olie of boter in de pan, net zolang tot ze goudbruin en knapperig zijn aan de buitenkant en zacht vanbinnen. Het is een kwestie van goed uitknijpen, mengen, en met aandacht bakken.
Schil de aardappelen en de uien. Rasp de aardappelen grof en doe ze in een vergiet of leg ze in een schone theedoek. Rasp ook de uien fijn en meng deze direct door de aardappelrasp. Besprenkel het geheel met het citroensap om verkleuring te voorkomen.
Knijp het aardappel-uimengsel goed uit in de theedoek of druk het stevig aan in een vergiet. Hoe droger het mengsel, hoe krokanter je pannenkoeken straks worden.
2. Beslag maken
Doe het uitgelekte mengsel in een grote kom. Voeg de eieren, bloem, zout en peper toe. Meng alles goed door met een vork of met de hand, tot je een plakkerige massa hebt die goed samenhangt.
3. Bakken
Verhit olie of reuzel in een koekenpan op middelhoog vuur. Schep met een eetlepel kleine hoopjes beslag in de pan en druk ze plat met de achterkant van de lepel of een spatel. Laat ze rustig bakken tot de onderkant goudbruin is, draai ze dan om en bak ook de andere kant gaar. Dit duurt meestal zo’n 4 tot 6 minuten per kant, afhankelijk van de dikte. Bak niet te veel tegelijk, anders koelt de pan te veel af.
Laat de gebakken aardappelpannenkoeken even uitlekken op keukenpapier. Wil je er meer tegelijk serveren, houd ze dan warm in een oven van ongeveer 100 graden terwijl je de rest bakt.