Varkenspoten koken heeft een lange kooktijd nodig, om echt zacht te worden. Dat komt door het vele bindweefsel en de stevige structuur van het vlees. Meestal kook je ze tussen de 2 en 3 uur in een ruime pan met water en kruiden. De tijd hangt ook af van de grootte van de poten en of je ze vooraf nog kort aanbakt of blancheert. Wie echt een botermals resultaat wil, laat ze langzaam trekken op laag vuur, met voldoende vocht en een flinke snuf liefde.
Spoel de varkenspoten grondig af onder koud water. Gebruik desnoods een mes om kleine haartjes of restjes huid te verwijderen. Doe de poten daarna in een grote pan en overgiet ze met water tot ze volledig onderstaan.
2. Koken
Breng het water aan de kook en laat dit enkele minuten borrelen. Giet het eerste water af en spoel de poten opnieuw schoon. Dit voorkomt dat je bouillon troebel wordt.
Vul de pan opnieuw met schoon water, voeg de poten toe samen met de gesneden uien, knoflook, wortels, prei en bleekselderij. Voeg daarna de kruiden toe: laurier, kruidnagel, peper, zout en een scheut azijn. Breng alles aan de kook en zet dan het vuur lager. Laat dit rustig trekken gedurende 2,5 tot 3 uur met de deksel schuin op de pan. Schep af en toe het schuim van de oppervlakte met een schuimspaan.
Na het koken haal je de varkenspoten voorzichtig uit de pan. Je kunt ze meteen serveren zoals ze zijn, of ze af laten koelen en daarna nog kort krokant bakken in wat olie. Ook koud zijn ze overigens heerlijk, bijvoorbeeld als snack bij een glas bier.