Begin met het schoonmaken van de rode kool. Verwijder de buitenste bladeren en snijd de kool doormidden. Daarna haal je voorzichtig de harde witte kern eruit. Snijd de rode kool in dunne reepjes. Dit gaat het makkelijkst als je eerst elke helft nog eens halveert en vervolgens dunne plakjes snijdt. Was de gesneden kool grondig onder koud water en laat uitlekken.

Schil de appels, verwijder het klokhuis en snij ze in kleine blokjes of plakjes. Doe nu de boter in een grote pan en laat deze smelten. Voeg hieraan de gesneden rode kool toe en bak dit ongeveer 5 minuten zachtjes aan, terwijl je regelmatig roert. Strooi vervolgens de suiker en kaneel erbij en roer dit goed door de kool heen.

Voeg nu de appelblokjes, azijn en het water toe. Roer alles goed om en breng aan de kook. Zodra het geheel kookt, draai je het vuur laag en doe je het deksel op de pan. Laat dit ongeveer 20 tot 30 minuten zachtjes pruttelen, tot de kool zacht genoeg is. Controleer tussendoor een paar keer en voeg eventueel wat extra water toe als het dreigt droog te koken. Breng op smaak met peper en zout. Als je tevreden bent over de gaarheid en smaak, is je rode kool klaar om opgediend te worden.